MAAR IK ZEG U:

BEMINT UW VIJANDEN (Mt. 5,44)

“Mag het een beetje meer zijn?” we horen die vraag als we boodschappen doen. Zo worden er dagelijks tientallen kilo’s meer verkocht. “Mag het een beetje meer zijn?” dat lijkt Jezus ook aan ons te vragen. Want ook vandaag wijst hij ons een andere weg naar geluk aan dan dat de wereld wijst. Zijn woorden uit de Bergrede zijn een gedragscode voor Christenen. En dat is een flinke kluif want de tijdsgeest leert ons assertiviteit, desnoods ten koste van anderen.

Jezus neemt afstand van het begrip “oog om oog, tand om tand”. En terecht zullen de meesten denken. We vinden het wreed. Maar toch passen we het toe. Weliswaar heel verfijnd, maar toch. “Zij gaf mij niets bij mijn verjaardag, dus ze krijgt ook niks van mij.” “Nee, ik ga niet naar zijn begrafenis morgen, want hij zal ook niet naar de mijne komen.”“Nee, zij heeft mij niet in het ziekenhuis bezocht, dus ik ga haar ook niet bezoeken.”“Hij heeft mij beledigd, wacht maar, ik zal hem binnenkort voor schut zetten.” Kortom: oog om oog, tand om tand.

Jezus vraagt ons om de minsten te durven zijn. Geen gemakkelijke opgave. En hoe ver moet je in het leven gaan? Je naasten liefhebben, je partner, kinderen, familie en vrienden, daarvan houd je als vanzelfsprekend. Alhoewel er in onze familie en vriendenkring ook scherven kunnen zijn. Maar Jezus gaat verder en zegt: zelfs je vijanden liefhebben! Neem initiatieven tot vrede en verzoening, doorbreek barrières, ontdooi bevroren verhoudingen, doorbreek je grenzen, spreek je vijanden zo aan, dat ze weer medemens worden.

Jezus vraagt ons de gerechtigheid niet met mondjesmaat te beleven. Royale gerechtigheid is verder gaan dan je wilt, dan je kunt, dan je moet. Christen-zijn is grenzen overschrijden. Natuurlijk, Christenen zijn mensen. En dat betekent dat we niet onverdeeld goed kunnen zijn zoals God volmaakt goed is. Op Maria na zijn er geen heiligen zonder fouten. Misschien geeft dat wat lucht bij de woorden van vandaag. Toch moeten we ons ook beseffen dat we een ereplicht hebben.

Als mens zijn we geneigd om God voor te stellen naar menselijke maat. Namelijk Hij moet goed zijn voor wie voor ons goed zijn en straffend optreden voor wie ons kwaad doen. God is echter anders dan het beeld dat wij zo vaak van hem vormen. Vandaag horen we dat hij de zon laat opgaan over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en on­rechtvaardigen. Alleen door een overmaat van liefde wordt het kwaad overwonnen. Daarom daagt Jezus ons uit om de spiraal van het kwaad en de kringloop van geweld te doorbreken. We moeten ons in positieve zin onderscheiden.

De oproep om ook de andere wang aan te bieden, betekent niet dat ik de ander nog een keer de gelegenheid moet bieden om mij te slaan. Nee, die oproep betekent dat ik tegen mijn rivaal zeg: geef mij een vredeskus. “Ik bied je de kans het bij te leggen.” Soms trek je dan aan het kortste eind, ben je de laatste in plaats van de eerste. Maar Jezus zegt: ga desondanks die weg, dan leer je de ware wijsheid kennen. En laat je mensen door je gedrag proeven wie God wil zijn. Iemand bij wie het ietsjes meer mag zijn, iemand die royaal met Zijn goedheid rondgaat in deze wereld.

(Eugène Dassen)