DIT IS MIJN ZOON,
DE WELBEMINDE,
LUISTERT NAAR HEM (Mc. 9,7)
Van heinde en verre komen er mensen naar Maastricht. Vrijwel iedereen bezoekt het Vrijthof. Niet het plein op zich is geweldig. Het plein krijgt zijn schoonheid door de gebouwen die er omheen gegroepeerd zijn. Met een knipoog naar het evangelie van vandaag zou ik willen beweren: het Vrijthof vertelt ons wat wij nodig hebben om als mens volwaardig te kunnen leven!
Er is een pleinkant vol terrassen, restaurants en café's. Een mens heeft behoefte aan ontmoeting, aan gesprek, aan eten en drinken. Een mens moet zich kunnen ontspannen; wil genieten. Er is een pleinkant waaraan banken staan om uit te rusten als de benen vermoeid zijn. Maar er is ook een bank waar je kunt sparen en pinnen. Zonder geld vaart niemand wel. Geld verdienen is belangrijk in een mensenleven. De banken aan het Vrijthof vertellen ons dat een mens carrière wil maken en geld verdienen.
En dan is er een pleinkant waaraan het theater staat en een pleinkant met een museum. Wat is een mensenleven zonder kunst en cultuur? Een mens wil creatief zijn, gevoelens vertolken en filosoferen over lief en leed. Dit onderscheidt ons mensen van andere levende wezens. In de schouwburg beschouwen wij het leven. En dan is er nog die zijde aan het Vrijthof waaraan de kerken staan. Onverstoorbaar staan ze er, eeuw in, eeuw uit. De Sint-Servaas en de Sint-Jan, gebouwd boven en bij het graf van Sint-Servaas die onze streken het Christendom bracht.
Die kerken aan het Vrijthof, maar ook de kerk bij u in de buurt: ze staan ergens voor! Ze staan ervoor dat mensen niet gereduceerd kunnen worden tot wezens die enkel consumeren en produceren. Een mens leeft niet van brood alleen. De kerken aan het Vrijthof stralen het uit: mensen zijn geen toevalproducten maar door God beminden!
Natuurlijk, er zijn zo van die momenten dat wij ons verliezen aan hard werken, aan carrière, aan politiek, aan sport en aan de economie. Op zich genomen is daar niets mis mee. Maar wie er zijn hart aan verliest, wint uiteindelijk niets. We nemen geen materie mee naar de overkant van dit bestaan. Uiteindelijk komt het er op aan met God verbonden te leven en steeds meer naar Hem te mogen toegroeien. De vastentijd is hiervoor de periode bij uitstek.
Net als Petrus, Jacobus en Johannes uit het evangelie van vandaag kunnen we ons gekweld weten door wat ons verdriet doet. Jezus, hun beste vriend en meester: Hij wordt afgewezen: Hij gaat lijden en dood tegemoet. Daar word je allesbehalve vrolijk van. Is ons leven dan niet absurd? Want ziekte, geweld, ontluistering en sterven; dat alles is ons een ergernis en het lijkt een dwaasheid.
En toch. De drie leerlingen van Jezus doen op de berg Thabor een ervaring op die hun hart verheft. Jezus verandert voor hun ogen van gedaante. Zijn toekomstige heerlijkheid wordt op hun netvlies gebrand. En deze ervaring maakt hen sterk als het geweld, de ontluistering en de dood toeslaan. God heeft het laatste woord en dat woord zal een woord van liefde zijn. Want wie Jezus volgt en naar Hem luistert zal delen in Zijn heerlijkheid!
Het Vrijthof is niet compleet zonder haar kerken. Net zo min het dorp of de stad waar u woont. Het is aan ons of we naast de terrassen, het theater en de bank ook de kerk bezoeken. Om daar door het ontvangen van de sacramenten de band met God te onderhouden. Om het geloof samen te vieren. Om boven het materiële uit te stijgen. Want God kan ons verheffen te midden van alles wat ons neerdrukt. God zegt over Jezus: "Dit is mijn Zoon, de Welbeminde; luistert naar Hem". Wie dat advies volgt ervaart gaandeweg inzicht en kan een stralende mens worden.

(Eugène Dassen)