WAT VERLANGT GIJ? (Joh. 1,38)

Als Jezus ontdekt dat twee jongens hem volgen, dan stelt Hij de vraag: “Wat verlangt gij?” Deze vraag klinkt door tot op vandaag aan ons. Wat verlangen wij? Wij mensen zijn gelukszoekers. Wat een geluk dat ik een gevulde beurs heb. Wat een geluk dat ik zinvol werk heb. Wat een geluk dat ik een dak boven mijn hoofd heb. Wat een geluk dat er mensen om mij heen zijn die om mij geven en aan wie ik kan geven.

Wat verlangen wij? Wij hebben niet alleen materiële wensen; ook immateriële. Bij nader inzien moeten we het niet alleen hebben van “bezitten”. Daarbij komt dat we alle bezit vroeg of laat moeten afstaan. Als ziekte ons treft of de dood. Immers we nemen niets mee. Je hart aan bezit verpanden heeft niet altijd zin. Gaandeweg het leven ontdekken we dat een gezondheid een kostbaar bezit is. Evenals een wereld zonder haat en strijd.

Mensen verlangen ernaar om te ervaren wat de zin is van hun bestaan. En mensen verlangen naar een leven waarin ze voor anderen iets kunnen betekenen. Wie ben ik? Waar kom ik vandaan? Waar ga ik naar toe? Hoe kan ik leven? Reeds meer dan 2000 jaar heeft Jezus volgelingen, zoals die twee jongens uit het evangelie. Ze vragen aan Jezus: “Waar verblijft ge?” en Jezus antwoordde: “Ga mee om het te zien.”

Jezus openbaart zich aan de twee jongens in een gesprek. In de menselijke communicatie komt het tot een ontmoeting. Jezus nodigt hen thuis uit. Dat wil zeggen dat de jongens binnentreden in Zijn vertrouwelijkheid. En ze bleven een dag samen. Het zal niet voldoende zijn geweest om Jezus heel goed te leren kennen. Al weten we niet wat er gezegd is. Toch zeiden de jongens naderhand: “Wij hebben de Messias ontmoet.” Later zal het besef gekomen zijn dat dit geen grootspraak was.

Als we God willen ontmoeten dan moeten we verder kijken dan het wolkendek en de ruimte. Verder dan de zonsondergang en de natuur die ons stil maakt. God laat zich ook vinden in ons dagelijks leven. De ontmoeting met God zit soms in een toevallige ontmoeting, een plotseling voorval, een ziekbed. God laat zich ook vinden in de trouwe en liefdevolle vervulling van onze dagelijkse plichten.

God laat zich vinden, zolang wij Hem niet zoeken buiten onze wereld, Hij is niet heel ver en ook niet heel anders. We mogen God ontdekken in de stille, kleine dingen van ons leven. In plaats van gewoontegetrouw naar de hemel te staren als we over God spreken, kunnen we ook naar ons hart kijken. Een ontmoeting van God speelt zich af in het binnenste van de mens. In onze manier van leven.

God heeft iets van doen met ons vermogen tot communiceren. Met het aanwenden van onze vaardigheden om samen het leven te delen en elkaar gelukkig te maken. God heeft ermee van doen of wij een begin van vrede zijn. Hij geeft ons een innerlijke rust en vrede die niemand anders ons geven kan.

Er zijn zoveel wegen naar God als er mensen zijn. Hij is zo groot dat Hij voor iedere mens zijn of haar persoonlijke weg kan worden. Het is een weg van naar elkaar toeleven in vrede en verzoening. Samen bouwen aan wereld die voor iedereen bewoonbaar is. Iedere mens kan thuis komen bij God. Iedere mens langs een andere weg, maar aan de hand van Jezus.

(Eugène Dassen)