JULLIE ZIJN HET ZOUT DER AARDE
JULLIE ZIJN HET LICHT DER WERELD (Mt. 5,13-14)
Ieder van ons heeft zout in huis. Het behoedt etenswaar voor bederf. Zout behoedt ons organisme voor uitdroging. Zout geeft smaak aan ons eten. Zonder zout is het eten en smakeloos, slechts een schaduw van wat het kan zijn. Een zoutloos dieet doet ons dat beseffen. Lange tijd was zout schaars en kostbaar, lonen werden in zout betaald. Ons woord salaris is afgeleid van het Latijnse woord “sal” dat zout betekent. De oudste wegen van Europa zijn de zogenaamde zoutwegen zoals de Via Salaria in Rome.
Licht is iets wonderlijks, het straalt en maakt iets anders mooi. Licht lijkt royaal: licht zet iets of iemand in het zonnetje. Het schenkt zich weg aan mensen en dingen en geeft vorm en kleur. Licht maakt geen lawaai en verdrijft de duisternis. Ons gezicht en onze ogen stralen dankzij het licht. En kleding en beweging zijn stralend mooi in mode en dans. Zonder licht komt het mooiste voorwerp niet tot zijn recht.
“Jullie zijn het zout der aarde” en “het licht van de wereld”. Dit compliment van Jezus is niet gericht aan een bepaalde bevolkingsgroep of enkele uitverkorenen in de streek van Galilea. Jezus richt zijn compliment aan alle bewoners, aan de vissers en boeren, de werklozen en armen, de ongeletterden en zondaars. Jezus sprak zijn woorden tot mensen waarvan de geestelijke horizon beperkt was tot de dagmars van een ezeltje.
Onze leefwereld behelst intussen de hele planeet. De horizon kent geen grenzen, “The sky is the limit”. We hebben zo veel mogelijkheden dat we niet meer kunnen kiezen. Maar ook onze problemen zoals terrorisme, aids, corruptie en armoede zijn grenzeloos. Maar wie zegt vandaag de dag nog tegen ons dat wij het “zout der aarde” zijn en “het licht van de wereld”? Wie zegt ons dat we smaak kunnen geven aan het leven van mensen? Dat we het bederf in onze samenleving kunnen weren dat mensen ongenietbaar maakt?
Wie zegt ons dat wij een lichtpuntje kunnen zijn voor anderen die het moeilijk hebben? Krijgen we dat nog voorgeleefd in het gezin? Leren we dat nog op school? Scheppen de politici nog voorwaarden daartoe? Gelukkig is er nog Gods stem die in onze kerken weerklinkt. Want de woorden van Jezus zijn ook gericht aan ons. Jezus spreekt niet over een einde van de wereld, maar over een nieuw begin.
Want je bent een licht voor de wereld als je jouw buurman onder de arm grijpt als verdriet hem getroffen heeft. Je bent een licht als je jouw collega uit de put helpt als zij het niet meer ziet zitten. Je bent als zout als je met jouw humor mensen aan het lachen krijgt en plezier aan het leven geeft. Laat je maar zien, met jouw talenten en vaardigheden. Je mag er zijn. Je bent een licht. Je bent zout voor de aarde. Een beeld van de Allerhoogste ben je en dat mag gezien en gehoord worden!
Dankzij de aansporing van Jezus mogen we beseffen dat wij de smaakmakers en stroomleveranciers zijn van deze wereld. Als Christenen niet getuigen van de hoop die in hen leeft, dan komen we niet tot rijpheid. Zalig de mens die anderen vrede brengt! Zalig de mens die anderen optilt en hoop geeft! Zalig de mens die een ander doet glimlachen! Zo’n mens is het zout van de aarde en het licht van de wereld. Wie zo is mag zich een mens naar Gods hart noemen. Aon de geng.
(Eugène Dassen)