VEERTIG DAGEN BRACHT
HIJ IN DE WOESTIJN DOOR,
TERWIJL HIJ DOOR SATAN
OP DE PROEF WERD GESTELD (Mc. 1,13)
Van Jezus wordt gezegd, dat Hij vervuld van de Heilige Geest naar de woestijn ging. Ook wij hebben heel wat goede voornemens aan het begin van onze veertigdaagse opgang naar Pasen. We zijn vervuld van de heilige Geest. Nu de Vastelaovend voorbij is en we naar Pasen toegroeien, willen we in deze vastentijd echt het goede doen. De Schriftlezing waarschuwt ons vandaag: mens, wees waakzaam! Ook wie gedreven wordt door de Geest, wordt bekoord.
Christenen vasten veertig dagen als verwijzing naar de veertig dagen die Jezus in de woestijn verbleef. De woestijn is een eenzame plek. Alles waarmee we normaal omringd zijn ontbreekt. Dat is confronterend en laat je balanceren tussen alleen zijn en eenzaamheid. Juist in deze ongemakkelijke situatie krijgt Jezus te maken met bekoringen.
Bekoren en verleiden, onze reclamemakers weten er alles van. Meestal worden verleidingen beantwoord met een passie en zijn ze gericht op persoonlijk genot. Passie is als een gemoedsaandoening waaraan je niet kunt weerstaan. Passie weerlegt grenzen en verdubbelt mogelijkheden. In het goed en in het kwaad.
Passie kan je beter maken, dan is het een steekvlam van liefde. En die vlam kan twee kanten uit: naar anderen of naar mezelf. Want je hebt eigenliefde en naastenliefde en beiden zijn ze passioneel. Passie kan je ondergang worden, maar ook anderen tot leven brengen.
Jezus kiest voor de eenzame weg van een eerlijke en goed mens. En wij? Hoe licht zijn wij te verleiden? Alles heeft zijn prijs. Iedereen is te verleiden en te over te halen. Net als Jezus maken we beproevingen mee. Hierin toont God zijn vertrouwen in de mens. De vraag is hoe we ermee omgaan. Dat is een kwestie van vertrouwen, zoals ouders vertrouwen stellen in hun kinderen en hen op een bepaald moment vrij laten.
Uiteindelijk komt het er voor ons op aan, wat doe ik? Welk getuigenis leg ik af? Bekoringen kunnen de liefde sterker maken. Als het tenminste om echte liefde gaat. Kleine vuurtjes doven uit bij sterke wind, maar grote branden des te feller.
In de woestijn leer je jezelf te openen voor God. Want voordat je je inspant, moet je je hart openen. Voordat je handelt moet je ontvangen. De houding die we ons eigen mogen maken in deze vastentijd is een houding van ontvankelijkheid, beschikbaarheid en dankbaarheid. Zo ondergaan we een metamorfose en krijgen we een gastvrij hart.
De weg die Jezus ons in de woestijn wijst, hadden we wellicht zelf niet gevonden. Het is meer dan een humane keuze die de veertigdagentijd ons stelt. Het is een dienst aan God die ons vertrouwen schenkt en vreugde en vrede geeft. Een passionele uitdaging in deze vastentijd. Laten we daarom schouder aan schouder optrekken naar Pasen.

(Eugène Dassen)