WIE MIJN VLEES EET EN MIJN BLOED DRINKT,
BLIJFT IN MIJ EN IK IN HEM (Joh. 6,56)

Een tijdje geleden kwam ik in gesprek met een corpulente dame. De vrouw was ziek. Haar ziekte veroorzaakte zwaarlijvigheid. Ze vertelde mij dat het haar pijn deed, dat veel mensen haar uit de weg gaan omwille van haar corpulentie. Mensen zien haar en zeggen tegen een ander: "Kijk die dikke daar eens!" Haar lichamelijkheid stootte mensen af. Ze werd beoordeeld op haar buitenkant, niet op haar binnenkant. Haar eigenheid bleef menigeen verborgen. Mensen kenden haar alleen maar als "die dikke daar!"

Ik moest aan deze ontmoeting denken toen ik het evangelie van vandaag las. De vrouw die ik ontmoette werd en wordt tekort gedaan. Een lichaam kan om de een of andere reden afstotend werken. Maar een mens is meer dan zijn of haar lichaam. We zijn niet enkel lichaam. We zijn ten diepste - iedere mens - een unieke persoonlijkheid. Ons lichaam kan onze persoonlijkheid verbergen. Zoals we trouwens ook ergens lichamelijk aanwezig kunnen zijn, zonder innerlijke betrokkenheid.

Maar tegelijkertijd geldt ook dat wij met ons lichaam kunnen uitdrukken wat wij innerlijk voelen. Elkaar een hand geven, een kus, elkaar aanraken: lichamelijk drukken wij de sympathie, de liefde uit die wij voor elkaar voelen. Juist in onze lichamelijkheid drukken wij onze diepste gevoelens voor elkaar uit. Wie je bent en wat je voor een ander wilt betekenen. Wij mensen drukken dat uit met ons lichaam.

Vandaag vieren wij sacramentsdag. We vieren dat God bij ons blijft in het sacrament bij uitstek: de eucharistie. God is niet enkel mysterie en ontoegankelijkheid. Hij is aanraakbaar geworden. Hij is -om zo te zeggen- in onze huid gekropen. Hij heeft ons vlees, ons lichaam aangenomen in Jezus Christus. In zijn lichaam drukt God uit wie Hij is en wat Hij voor ons mensen voelt. "Dit is mijn lichaam dat voor u gegeven wordt" zegt Christus op de avond voor zijn kruisdood. En Hij zegent brood en geeft er zijn leerlingen van te eten.

Jezus’ persoonlijkheid is ten diepste een zichzelf wegschenkende persoonlijkheid. Jezus Christus - God met ons. Hij is in zijn diepste wezen zichzelf wegschenkende Liefde. Opdat wij onze bestemming zouden vinden. Op sacramentsdag staan wij er bij stil dat deze liefdesdaad van 2000 jaar geleden voor alle mensen van alle tijden geldt. Wat toen gebeurde op Witte Donderdag en Goede Vrijdag wordt telkenmale tegenwoordig gesteld in de viering van de heilige mis.

Vandaar wij het Brood en de Wijn in de Eucharistie met de grootst mogelijke eerbied omringen. Wie eenmaal de liefde Gods geproefd heeft, kijkt met andere ogen. Die andere mens naast mij, is méér dan wat ik van hem of haar weet. Die mens is méér dan enkel "dik". Meer dan zijn of haar ziekte, meer dan enkel een werkloze. Meer dan dat hij of zij deze of gene nationaliteit bezit. Die andere mens naast mij is op de eerste plaats een door God beminde!

"Lichaam van Christus" horen we als we ter communie gaan. Laten we steeds weer bewust "amen" zeggen. "Amen": ja dat geloof ik! Ik geloof dat God mens geworden is in Jezus Christus. Zijn Lichaam is ook voor mij weggegeven aan het kruis. Die ander naast mij en ik zelf: wij zijn ten diepste door God beminden.

Proficiat met de communie!

(Eugène Dassen)