HET RIJK DER HEMELEN GELIJKT OP EEN SCHAT,
VERBORGEN IN EEN AKKER (MT. 13,44)
Als we per sé iets willen hebben of bereiken, dan hebben we daar veel voor over. Wie de laatste nieuwe technische snufjes in huis wil halen beseft dat hij overuren moet maken. Wie in de sportwereld op het podium wil staan met een medaille moet doorzettingsvermogen, wilskracht en tijd maken om te trainen. Wie zijn kinderen zelf wil opvoeden en zien opgroeien moet daar vrije tijd voor opofferen. Maar wie slaagt in zijn doel wint ook iets. Inzet en offers vallen weg tegenover dat gevoel dat je doel is bereikt.
Mensen hebben er veel voor over om de eerste, de rijkste, de beste te zijn. Jezus weet dit. Hij roept ons vandaag op deze “drive” in te zetten als het erom gaat onze bestemming waar te maken. Je kunt je leven niet overdoen. Elke minuut is in zekere zin onherhaalbaar en onherroepelijk. Dat geeft ons een bijzondere verantwoordelijkheid. Hoe richt je je leven in? Waar of op wie leg je de klemtoon? Voor wie of wat zet je je in? Naar wie of wat laat je je oren hangen? Met andere woorden: waar zoeken wij de schat in ons leven? En welke moeite getroosten wij ons om in het bezit van die schat te komen?
Jezus vertelt vandaag over een boerenknecht die een schat in de grond aantreft. Vervolgens verkoopt hij dan al zijn bezittingen en koopt de grond waarin die schat ligt. En evenzo doet een koopman die een parel van grote waarde voor ogen krijgt. Alle parels die hij tot nu toe vergaard had, vallen in het niet bij het kunnen bezitten van die éne parel. En tot slot een verhaal over een vol visnet waaruit de goede vissen geselecteerd worden en de slechte weggeworpen.
Verhalen over wezenlijke dingen zijn het. Met een boodschap voor ons vandaag. Wij zijn niet geschapen om maar even te leven en daarna in het niets te verdwijnen. Wij zijn geschapen om met God te leven, voor altijd. Hiervan bewust worden is als het vinden van eens schat. Als het vinden van een kostbare parel. Als je God gevonden hebt, dan keer je niet meer terug naar je oude bestaan. Dan komt alles in een ander perspectief te staan. Dan gloort er hoop waar pijn, verdriet, angst, ziekte en dood heersen.
Jezus weet dat wij zinzoekers zijn. Waarom leef ik? Voor wie leef ik? Waarheen zal mijn leven leiden? Jezus nodigt ons uit op te staan uit een puur binnen-werelds gericht bestaan en onze eindbestemming te zoeken. Wie naar Jezus luistert en Hem navolgt zal zijn bestemming vinden. Jezus brengt ons naar het “rijk der hemelen”. Veel mensen, als zij het begrip “rijk der hemelen” horen, denken spontaan aan iets abstracts. Aan een hemel dáár, heel ver qua plaats en zeker qua tijd, in elk geval ná ons leven hier.
Jezus stelt vandaag dat beeld bij: voor wie met God leeft, begint de hemel al op aarde. Het "rijk der hemelen" heeft allesbehalve te maken met materiële genoegdoening. Het is een immateriële werkelijkheid. Want het "rijk der hemelen" is te vinden in een akker zo leren we vandaag. Een akker is het terrein waarop mensen in hun werktenue verschijnen. Een akker is beeld voor het alledaagse en gewone leven. We mogen het "rijk der hemelen" dus zoeken en opgraven in het alledaagse en in het gewone.
Gewoon door mensen te worden die elkaar niet laten vallen. Gewoon door mensen te worden die elkaar hoogachten. Die elkaar geluk gunnen en in nood bijstaan. Zó leven maakt je schatrijk en zal ons eens het “rijk der hemelen” ten volle doen erven.

(Eugène Dassen)