De sleutel van Sint Servaas wordt bewaard in de schatkamer van de Sint Servaasbasiliek in Maastricht. De sleutel is kort na het jaar 800 vervaardigd door de werkplaats die onder andere de bronzen deuren en hekken van de Dom van Aken maakte. Het is een zilveren sleutel (met restanten van verguldsel) van 29 cm lang en 9,3 cm breed, met een gewicht van 1.045,6 gram.
Omgeven door mysterie
Wanneer de sleutel in het bezit is geraakt van de Sint Servaasbasiliek is niet bekend. In de oudste levensbeschrijvingen van Servatius uit de 8e en de 9e eeuw wordt hij niet vermeld. Wel komt in deze beschrijvingen het verhaal van Servatius’ pelgrimstocht naar Rome voor. Tijdens deze tocht krijgt Servatius een verschijning van de Heilige Petrus, een legende ontleend aan de berichten van Gregorius van Tours uit het einde van de 6e eeuw. Noch de preek van bisschop Radboud van Trier (883 - 915), noch de teksten van de liturgische gezangen van het feest van Sint Servaas uit de 10e eeuw, noch de geschiedenis van de bisschoppen van Luik door Heriger van Lobbes (circa 980), vermelden de sleutel.
Geschenk van Apostel Petrus
De eerste vermelding verschijnt pas in de Servaaslegende die rond het jaar 1080 op schrift werd gesteld door de monnik Jocundus. Hij werkte in opdracht van het kapittel van Sint Servaas. Wanneer Servatius terugkomt van zijn pelgrimstocht naar Rome, blijkt hij in bezit te zijn van een sleutel, en vertelt hij aan de inwoners van Tongeren dat hij deze van de Apostel Petrus heeft gekregen: 'Bij deze woorden strekte hij zijn hand uit en toonde hij een zilveren sleutel, een kostbaar kunstwerk'. De sleutel kan dus pas in de loop van de 11e eeuw in bezit van het Sint-Servaaskapittel zijn gekomen. De eerdere schrijvers zouden het bezit van een dergelijk kunstwerk zeker vermeld hebben.