Het visioen vindt men zo belangrijk dat het kapittel van Sint Servaas er een eigen liturgische feestdag voor instelde: de Visio Sancti Servatii (‘Visioen van sint Servaas’). Deze werd gevierd op 25 maart met processie rond het Vrijthof, waarbij de deken van het kapittel hoogstpersoonlijk de sleutel van sint Servaas droeg. Het was een zogenaamd ‘eigenfeest’, een feest dat alleen in de Servaaskerk van Maastricht en nergens anders gevierd werd.

Reliëf Sint-Servaaskerk

In de 12e eeuw verandert dan ook de symbolische betekenis van de sleutel. Omdat Servaas de sleutel in Rome van Petrus - de Sleuteldrager zelf - heeft ontvangen, krijgt hij daarmee ook Petrus’ 'sleutelmacht'. Hij is de evenknie van Petrus. Ook hij is Claviger, ‘Sleuteldrager’: hij kan de hemel openen. En dat is precies de betekenis van het 12e-eeuwse gebeeldhouwde reliëf in de Sint-Servaaskerk, waar Christus zijn zegenende handen legt op Petrus, rechts van Hem, drager van zijn sleutels, en Servatius, links van Hem, drager van de Servatius-sleutel. Beiden zijn even groot afgebeeld, beiden zijn dus evenwaardig. Dit reliëf is ook de eerste afbeelding van de sleutel, die daarna veel wordt afgebeeld, op schilderingen, op tekeningen, op zegels en op beelden. De sleutel is dan het meest kenmerkende symbool van Servatius geworden, en daarmee ook het symbool bij uitstek van het kapittel van Sint-Servaas.



Het ontstaan van het verhaal van de sleutel van Sint Servaas is een typisch voorbeeld van wat de literatuurwetenschappers een ‘etiologie’ noemen. Daarmee wordt een verhaal bedoeld dat gemaakt is om een bestaande situatie of een bestaand onderwerp te verklaren, waarvan men het ontstaan niet meer kent. Het kapittel van Sint Servaas had een sleutel, maar kende er de herkomst en de betekenis niet meer van, en vormde toen aan de hand van de berichten over het visioen van Servatius in Rome, de legende van de overdracht van de sleutel door Petrus.