Dankzij de Kruistochten werden de bedevaarten in Europa gemeengoed. De hoofdbedevaartplaatsen Jeruzalem, Rome en Compostela kregen weldra gezelschap van tientallen andere plaatsen, die met elkaar concurreerden met hun heiligen en het aantal belangrijke relieken: overblijfselen van heiligen of voorwerpen die met die heiligen in verband werden gebracht.

Grote en kleine bedevaartsoorden

Door de Kruistochten veranderden ook duizenden relieken van eigenaar, zoals de belangrijke Heilig-Kruisrelieken in de Maastrichtse hoofdkerken de Onze Lieve Vrouwe en de Sint Servaas. Hoe meer relieken, des te belangrijker de kerk. Door op weg naar een groot bedevaartsoord zoveel mogelijk kleinere te bezoeken, culmineerde men het aantal te verdienen aflaten. De relieken heetten toen 'heildommen', die speciaal werden vereerd tijdens de 'heildomsker(k)missen', meestal samenvallend met het feest van de kerkstichter.

Clustering van Heiligdomsvaarten

Weldra kunnen we een zekere clustering constateren, waarbij bedevaartsplaatsen in een bepaalde streek met elkaar afspraken hun 'heildomskermissen' of Heiligdomsvaarten, meestal om de zeven jaar, in dezelfde periode te laten plaatsvinden. Dat garandeerde de meeste bezoekers en genereerde de meeste inkomsten.


IMG_6722_1.jpg